Voor veel dressuurruiters is Z1 rijden toch wel hét ultieme doel. Misschien maken we het Z1 daarom wel moeilijker dan dat het in de praktijk is. Malene Nootenboom van Bewust Wedstrijd Rijden is amazone, instructrice en mental coach. In dit artikel vertelt Malene je alle ins en outs over het rijden van een Z1 proef!
“Mensen worden vaak ontzettend zenuwachtig voor het Z1, omdat het hun doel is. Ze maken er een ‘ding’ van. Dat zorgt voor zenuwen en gaat je punten kosten”, vertelt Malene. “Als je thuis alles vloeiend voor elkaar hebt hoef je echt niet bang te zijn dat het op wedstrijd niet lukt. Het zit vaak tussen de oren. Als ruiters hun proef eenmaal hebben gereden blijkt het allemaal reuze mee te vallen.”
Nu begint het echte werk pas!
“Maar vergeet niet, in het Z1 begint het echte werk pas. Juryleden willen verzameling zien en je kunt niet meer je loze ruimtes gebruiken. De proef moet één vloeiend geheel worden”, vertelt Malene. Hiervoor geeft zij de volgende tip: “Zie het als een vel papier, waarover een potlood een vloeiende lijn tekent. Het potlood wordt tussendoor niet opgetild en gaat in één vloeiende lijn over het papier heen. Zo moet het in je proef uiteindelijk ook gaan. Het is de bedoeling dat je eventuele hakkeltjes, waarin de lijn niet vloeiend is, eruit worden gereden in de training.”
Appuyementen vanuit middendraf
In een Z1 proef zitten veel zijgangen; appuyementen, travers en schouderbinnenwaarts. Vaak komen deze snel achter elkaar. Goed aan je zijgangen werken is dus erg belangrijk. “Ik zie vaak dat paarden terugvallen in de zijgangen. Negen van de tien keer is dit omdat de ruiter, door spanning, zijn knieën in het zadel knijpt. Dit kun je thuis oefenen door bewust bezig te zijn en erop te letten dat je je knieën en bovenbenen ontspant in de zijgangen. Zelf rijd ik vaak mijn appuyementen vanuit een middendraf. Ik ga over de diagonaal van hand veranderen, in middendraf, vanaf de X zet ik het appuyement in. Door het zo aan te pakken blijft het paard naar voren meedenken omdat hij de go al te pakken heeft van de middendraf.
Om alles extra overzichtelijk te maken geeft Malene ons een handige checklist. Zo kun je controleren hoe jij en je paard ervoor staan.
Checklist voor ruiter en paard
Je paard is gedragen vanuit achter. Zijn nek is het hoogste punt en niet de derde wervel.
Het rechtrichten van je paard is voor elkaar. Dit is belangrijk voor de appuyementen en eenvoudige wissels.
Je rijdt goed de hoeken in, deze ga je nodig hebben omdat veel oefeningen na de hoek beginnen.
De focus ligt bij jou op waar je naartoe rijdt en niet bij het hoofd van je paard om te kijken of hij wel in ‘de krul’ loopt. Als je naar beneden kijkt, heb je een onzekere houding en hangen je schouders af. Voor het totaal beeld scheelt het veel als je netjes met je schouders naar achteren en je kin omhoog rijdt.
Je kunt terug sluiten in galop, waarbij het ritme goed blijft.
Je paard denkt mee naar voren en kan wachten.
Een, twee, actief, HOP!
“Rijd je proef in een ritme. Hiervoor gebruik ik altijd het riedeltje ‘Een, twee, actief, HOP!’ Op de ‘hop’ check ik of het paard aan de hulp is. Ik herhaal dit altijd zodra ik een nieuwe oefening inzet”, vertelt Malene. “Doordat je zelf in dit actieve ritme zit, ontkomt je paard er niet aan om zelf ook actief te zijn. Op deze manier ga je met power en expressie door de baan heen.”
‘Op wedstrijd liep hij 25 punten meer dan normaal!’
Malene bevestigt de effectiviteit van het riedeltje: “Zelf heb ik dit riedeltje getest bij een paard. Dit paard kon erg rillerig zijn en op een dag zei ik tegen mezelf dat ik actie moest gaan ondernemen om dit paard aan het lopen te krijgen. Een week voor de wedstrijd ben ik in dit ritme gaan trainen en op wedstrijd liep hij 25 punten meer dan normaal!”
Help, mijn paard schrikt van het juryhokje
Je bent klaar om je eerste Z1-proef te gaan rijden, maar op de locatie van jouw debuut zit ‘dat ene enge juryhokje’. Malene geeft eerste hulp bij enge juryhokjes: “Als paarden van juryhokjes schrikken, en de ruiter weet het, dan focust de ruiter zich op het verkeerde. In dit geval het juryhokje. Je geeft op dat moment bij je paard aan dat er iets eng is, terwijl je paard waarschijnlijk dat hele hok nog lang niet heeft gezien! Verleg je focus en rijd achter jezelf aan. Als je binnenkomt en in draf gaat, focus je op de kant waar je naartoe gaat. Door je focus te verleggen is er ineens geen eng juryhokje meer.”
Het probleem van het juryhokje is nu ook opgelost, niks weerhoudt je er nu nog van om je eerste Z1-proef te gaan rijden, veel succes!
Bron: Bitmagazine.nl – 26 juni 2017 – #instructie
Ben jij klaar voor je eerste Z1-proef?